Sommige mensen hebben de neiging om je anders te behandelen als je in een zichtbare chronische aandoening hebt. Je kunt op verschillende manieren laten merken dat je niet anders bent dan een leeftijdgenoot die geen aandoening heeft. Met een onzichtbare aandoening sta je weer voor andere problemen. Mensen zien het niet en houden geen rekening met je, of ergeren zich zelfs aan je als je noodgedwongen voor jezelf op moet komen. Dat kan je heel onzeker maken en dan ga je soms dingen doen die eigenlijk niet goed voor je zijn.
Hoe kun je met problemen omgaan?
- Ik pak actief de problemen aan.
- Ik zoek steun bij anderen.
- Ik ga de het uit de weg en wacht af wat er gebeurt.
- Ik zoek afleiding.
Actief de problemen aanpakken en steun zoeken bij anderen zijn positieve manieren om met je problemen om te gaan. Je doet namelijk iets om de situatie of je gevoel te veranderen. Als je de problemen uit de weg gaat of afleiding zoekt, dan verandert er niets en blijven de problemen bestaan.
Maak je eigen keuzes
Als jij de regie in handen neemt, dan neem je je eigen verantwoordelijkheid. Dit betekent:
- Herken en trek je grenzen. Kijk ook bij Grenzen trekken
- Zorg dat je weet wie jou kan en wil ondersteunen. Kijk ook bij Ik en anderen
Benut je mogelijkheden
Iedereen wil ergens bij horen. Je wilt niet ergens buitenvallen omdat je anders bent. Als je door je aandoening juist opvalt, kan dit lastig zijn. Dingen die hierbij belangrijk zijn:
- Gewoon zijn en geen bijzondere aandacht krijgen.
- Aansluiting vinden en niet genegeerd worden.
- Je mogelijkheden benutten.
- Regie voeren over eigen leven: houd je touwtjes in JOUW handen!
TIP:
Een handig hulpmiddel is het boek Zeven eigenschappen die jou succesvol maken! van Sean Covey.
Bereik je doel
Iedereen heeft dromen of doelen die je probeert te bereiken. Wat zijn de dingen die jij probeert te bereiken in je leven? Denk terug aan de afgelopen twee weken en aan concrete dingen die je in je dagelijks leven doet en waar je veel tijd of aandacht aan besteedt. Vraag jezelf af wat jouw doelen zijn bij deze dagelijkse activiteiten. Een doel hoeft niet altijd groot en uitgebreid te zijn. Maak een lijstje van jouw doelen. Doelen op langer termijn, zoals het behalen van een diploma, maar ook doelen op korter termijn. Wat wil je bijvoorbeeld deze week bereiken?
Kijk ook eens bij Wat wil en wat kan ik?.